Hoi René! Waar kom je vandaan en met wie woon je daar?
Ik woon in Koekange, dat ligt tussen Meppel en Hoogeveen. Ik woon daar samen met mijn vrouw Henriët en onze twee dochters: Meike (16) en Tara (11). Mijn vrouw en ik zijn inmiddels twintig jaar getrouwd en houden tot op de dag van vandaag nog altijd veel van elkaar.
“Een relatie is geven en nemen en je geeft meer dan dat je neemt vind ik. Trouwens: met alles is dat zo”
Wat voor ideeën had jij over de potentiële invulling van jouw leven toen je zelf nog de leeftijd van Tara had?
Mijn vader had een boerderij, ik ben op en top boerenzoon. Mijn vader was eigenlijk best wel een pionier. Toen ik zes jaar was zijn we voor de eerste keer verhuisd. Hij had eerst koeien en varkens, we zijn na de verhuizing volledig op koeien overgegaan. We woonden toen in Scheerwolde, achter Steenwijk, de boerderij draaide technisch gezien heel slecht. Op mijn dertiende zijn we weer verhuisd en zijn we overgegaan op akkerbouw. We kregen er ook varkens bij, toen dat slecht draaide gingen we over op kalkoenen. Wat de markt vroeg, daar speelde mijn vader op in. Hij was een boer in hart en nieren maar zeker geen stereotype boer. Op dit moment zijn de stallen gevuld met 120.000 kippen.

Had jij, gezien je jezelf op en top boerenzoon noemt, ook de wens om het bedrijf over te nemen?
Nee, mijn oudere broer wilde de boerderij heel graag overnemen. Ik vind het boerenleven mooi en ben een harde werker, maar om dag en nacht voor dat leven te kiezen, nee. Ik mag graag andere leuke dingen ondernemen. Bovendien lagen mijn interesses meer in de richting van techniek en landbouwmechanisatie. Het werken op het land vond ik mooi, zodra ik thuiskwam uit school trok ik meteen oude kleding aan om pa te gaan helpen. Het sleutelen aan trekkers en andere machines nóg mooier. In principe deden we al het onderhoud zelf op de boerderij. Ik leerde van mijn vader en van mezelf, door het gewoon te doen.
“Het is machtig als je op een gegeven moment de controle hebt over iets dat groter en sterker is dan jijzelf!”
Het technische trok je op jonge leeftijd dus al aan. Heb je er een opleiding in gevolgd?
Na de mavo ben ik naar de Middelbare Technische School (MTS) gegaan. Theorie bleek niet aan mij besteed, ik had weinig zin om te leren. Ik bleef het eerste en tweede jaar zitten. Achteraf gezien had ik destijds beter naar Apeldoorn kunnen gaan, daar heb je een opleiding die gericht is op landbouwmechanisatie. Dat sluit beter aan op mijn interesses. Op een gegeven moment moest ik, omdat ik een aantal keer bleef zitten, de studie verlaten. Ik ben toen opnieuw MTS gaan doen, ditmaal in Emmen. Voor die opleiding heb ik de certificaten behaald. Om de opleiding af te ronden moest ik twee jaar lang ergens gaan werken. In die tijd was er niet veel werk te vinden. Ik ben daarom ongeschoold van school afgegaan.
Heb je, nu je op deze periode terugkijkt, ook spijt dat je je studie niet afgerond hebt?
Ja, voor mij was dat wel een les. Ik vind het, nu ik terugkijk, toch wel heel belangrijk dat je je diploma’s haalt wanneer je nog jong bent. Dat zeg ik ook tegen de jonge jongens die hier werken en tegen mijn dochters. Daarin is het natuurlijk wel het allerbelangrijkste dat je doet wat je leuk vindt! Ga voor waar jij voor gaan wilt!
Jij ging ongeschoold verder. Wat kwam er op jouw pad?
Ik kon werk krijgen bij Fleurke, een drainagebedrijf. Voor dat werk legden wij drainageleidingen onder de grond. Dit bedrijf was gericht op landbouw en op bouwterreinen. Je maakt door het leggen van de drainageleidingen de terreinen droog om bouwrijp te maken. Samen met een collega ging ik veel op pad naar Oost-Duitsland. In die periode was de muur nog maar net gevallen, ze waren bezig om Berlijn opnieuw op te bouwen.
Dit werk heb ik een half jaar gedaan. Daarna heb ik, rond mijn twintigste, een half jaar bij de DOMO-Melkfabriek gewerkt in de ploegendienst. Ik moest toch wat. Bij DOMO wilden ze mij houden. Als ik wilde blijven moest ik zelf mijn heftruckcertificaten behalen en betalen. Het bedrijf wilde destijds niet in mij investeren, omdat de kans bestond dat je voor militaire dienst opgeroepen werd. Ik had het eigenlijk wel bekeken in de melkfabriek en besloot me in 1994 vrijwillig aan te melden voor de militaire dienst. Daar heb ik zes maanden gezeten tot het moment dat mijn vader een bedrijfsongelukje kreeg. Ik ben toen naar huis gegaan om mijn ouders te ondersteunen.
Vervolgens ging ik aan het werk bij een cultuurtechnisch bedrijf en deed ik, als trekkerchauffeur zijnde, het bermonderhoud. Dat bedrijf had ook vrachtwagens en daardoor bedacht ik mij op mijn tweeëntwintigste: “Ik kan ook wel mijn vrachtwagenrijbewijs halen!” Toen had je nog de GPDW, een instantie die je rijbewijs voor je betaalde. Op die manier ben ik op de auto gekomen.
Tof! Wat heb jij beleefd in jouw jaren als vrachtwagenchauffeur?
Ik heb zestien jaar gewerkt als vrachtwagenchauffeur en ervaarde opnieuw het magische gevoel dat er iets onder me zat dat groter was dan ikzelf, net zoals ik dat ervaarde op de trekker. De eerste twee jaar zat ik in de pakketdienst, dat had ik snel bekeken. Met veertig/vijftig adressen op pad, dat was niets voor mij.
“Je bent dan meer sjouwfeur dan dat je chauffeur bent”
Een kennis van mijn zusje belde of ik als containerchauffeur (voor zeecontainers) aan de slag wilde bij Haverman in Uffelte. In 1998 startte ik daar. Dit werk was gericht op Noord-Nederland, de terminal bevond zich in Meppel. De laatste jaren dat ik daar werkte kwam ik in contact met Roeland Flobbe. Hij reed wel eens voor ons en wij wel eens voor hem, zoals de ritten voor Dyka. Roeland zei: “Wij zoeken een chauffeur. Jij mag bij ons rijden als je dat wilt.” Ik ben toen in 2005 bij Flobbe komen werken.
Zestien jaar is een lange periode! Hoe kwam je opnieuw in contact met jouw liefde voor techniek?
Voor onze opdrachtgever Dyka reed ik iedere ochtend heel vroeg, daardoor was ik meestal weer redelijk vroeg terug bij het bedrijf. Destijds was er een monteur bij Flobbe waar ik heel goed mee kon. Als er eens iets was, hielp ik hem na mijn dienst. Toen die monteur later wegging heb ik aan Roeland gevraagd of ik drie dagen mocht rijden en twee dagen als monteur aan het werk kon. Dat leek mij een leuke combi! Helaas was het niet mogelijk omdat ik nodig was op de auto.
In 2011 verkochten Roeland Flobbe en zijn vader het bedrijf door aan Van der Werff Logistics. Roeland had mijn wens om als monteur te werken onthouden en had deze doorgespeeld aan Theo van der Werff. Hij kwam naar mij toe, ik mocht het gaan proberen in de werkplaats. Het eerste jaar na de overname heb ik vier dagen in de werkplaats gewerkt en bleef ik op de vrijdagen rijden met een steenoplegger met kraan. Als het werken in de werkplaats mij goed beviel, lag er een opleiding voor me in het verschiet.
Wat mooi dat jouw wens op deze manier vervuld kon worden! Hoe was de overname voor jou?
Ik moet eerlijk bekennen dat ik er in eerste instantie best tegenop keek. Je komt toch ineens tussen allemaal Friezen te werken en dat zorgt nu eenmaal voor een taalbarrière. De cultuur bleek echter wel overeen te komen: No Nonsense. In het begin zei ik dat ik hier kwam om ontwikkelingshulp te bieden aan de Friezen en ik moet eerlijk zeggen dat ik dat nog steeds wel eens roep. Maar nu als grap!
Hoe zag jouw scholingstraject eruit?
Ik ben in 2013 Bedrijfsautotechniek (BAT) gaan studeren in Heerenveen, dat is de opleiding tot tweede monteur. Een tweejarige opleiding die ik in één jaar heb afgerond. Ik zat, in vergelijking met mijn medestudenten, met een hele andere instelling op school. Ik had, mede dankzij mijn levenservaring, een helder doel voor ogen.
Het tweede deel van mijn monteurs traject volgde ik bij de school GOmotive. Deze opleiding tot eerste monteur (EBAT) ronde ik succesvol af. APK-keurmeester zat ook bij deze opleiding in. Binnen drie jaar was ik volledig geschoold monteur. Voor beide opleidingen hoefde ik maar één dag in de week naar school, de praktijkervaring deed ik op bij Van der Werff. Het is hetzelfde als de BBL-opleiding van nu.
“Je moet het zo zien: Als je eerste monteur bent, stel je diagnoses en voer je deze reparaties uit of geef je leiding aan de tweede monteur die vervolgens de reparaties samen of alleen uitvoert”
Mijn dank is groot naar Roeland en Theo. Ik vind het prachtig dat ze dit mogelijk gemaakt hebben!
En bevalt het nog altijd goed, het werken in de werkplaats?
Jazeker! Ik ga elke dag met veel plezier naar het werk. We hebben hier een fantastisch team! De sfeer in de werkplaats is hartstikke goed, dat merk je volop in de omgang, de ouwhoerderij, grappen en de grollen. Vraag het andere collega’s en zij zullen hetzelfde zeggen. Het maakt niet uit aan wie je het vraagt.
Wat doe jij als eerste monteur precies op een dag?
Mijn hoofdtaak betreft de APK keuringen van het getrokken materieel. Samen met Stefan en Bauke ben ik ook keurmeester. We hebben tien monteurs aan het werk. We hebben inmiddels rond de tweehonderdvijftig opleggers. Met dat aantal moeten we elke dag vol aan de bak! Dat is gelijk ook de reden dat ik met Stefan en Bauke voornamelijk aan het keuren ben. Met deze aantallen is het keuren een serieuze dagtaak geworden.
Trekkers keuren wij niet, daar hebben wij als bedrijf ook geen licentie voor. Voor het keuren van auto’s heb je specialistische apparatuur nodig. Gezien meer dan de helft van onze auto’s binnen een onderhoudscontract valt, is dat financieel niet aantrekkelijk.
Hoe ziet zo’n APK keuring van getrokken materieel eruit?
Eerst keur ik voor aan de hand van een checklist, die ik inmiddels natuurlijk uit mijn hoofd ken. Aan de hand van mijn constateringen maak ik een lijstje. Remmen moeten bijvoorbeeld voldoen aan een bepaalde remvertraging, er mag geen lekkage onder de oplegger zitten, er mogen geen scheuren in het chassis zitten, de banden moeten aan de eisen voldoen etc.
Met de punten op die lijst ga ik, of een andere monteur, vervolgens aan de slag. De reparaties die uitgevoerd worden komen in het APK rapport te staan. Na het afmelden kan de oplegger weer veilig de weg op. Zo nu en dan houdt de RDW ook steekproeven. Voldoe je niet aan de eisen? Dan krijg je strafpunten en moet de reparatie juist worden uitgevoerd, zo simpel is het.
Komt het RDW vaak langs om een steekproef te doen?
Nee. Als je je werk goed doet komen ze minder vaak dan wanneer je je werk slecht doet. Ik geloof dat er een steekproef zit op 3 – 5% van alle keuringen die we doen.
Keur je ook kraanopleggers? Dat lijkt me een klus met weer hele andere uitdagingen.
Ik doe dat niet omdat je daar speciale papieren voor nodig hebt. Maar wij kunnen dat als bedrijf wel.
Hoe vaak komt het getrokken materieel in de werkplaats voor zo’n APK?
Het getrokken materieel komt jaarlijks naar binnen voor de APK. Deze combineren we dan met een algehele beurt. Voor de trekkers doen we de beurten die niet in het onderhoudscontract zitten ook zelf.
Zijn er ook nog zaken waarin jij je verder wilt ontwikkelen?
Nieuw expertise opdoen is altijd goed. Iets zoals waar we het zojuist over hadden, kraankeuring, lijkt me leuk om te leren. Daar zit zoveel hydrauliek op. Doe ik dat erbij, dan wordt ik nog meer allround dan ik nu al ben!
Wat vind jij de leuke en wat vind jij de minder leuke klussen?
Uiteindelijk zijn alle klussen wel leuk. Van reparaties in de bovenbouw (schuifzeilen en het dak) houd ik persoonlijk iets minder. Toch kan ik er alsnog veel voldoening uithalen om bijvoorbeeld een scheur in het zeil netjes te dichten. Er is wel eens tegen me gezegd dat ik er altijd een huzarenstukje van wil maken. Een zesje is ook goed, zeggen ze dan. Maar zo zit ik niet in elkaar.
“Als ik een auto Van der Werff zie rijden kan ik het vaak zien wanneer er iets niet netjes gerepareerd of aangepast is. Onze auto’s zijn naar mijn mening een stukje reclame. Als je het doet, doe het dan goed!”
De leukste klussen vind ik klussen die neerkomen op het technische/motorische deel. Het maakt me daarin niet uit of het gaat om de motor van de wagen of om een draaikrans van een gestuurde trailer.
Is jouw technische kennis je onderweg wel eens handig van pas gekomen?
Jazeker! In de tijd dat ik chauffeur werd moest je ook nog je chauffeursdiploma halen, die bestond uit drie delen: Administratie/verkeer/techniek. Ik weet niet hoe dat tegenwoordig in elkaar steekt. Ik merk wel dat er veel chauffeurs zijn die weinig tot niets afweten van techniek, dat lijkt mij erg onhandig.
“Door je te verdiepen in de techniek maak je je zelfredzaam”
Heb je een aantal tips voor chauffeurs die onderweg met problemen aan de wagen te maken krijgen?
Wanneer je onderweg warmgelopen remmen krijgt, kun je de rem gewoon terugstellen. Je kan de slangen van de rem eraf snijden, dubbel knijpen en afbinden met een tyrap. De rem in kwestie kun je dan niet meer bedienen, maar dat geeft niets. Als vijf van de zes remmen van de oplegger wel werken, kun je gewoon verder rijden. Als je doorrijdt met het probleem, vliegt de boel in de fik.
Het komt ook wel eens voor dat er een luchtbalg knapt. Een luchtbalg is de vering van je oplegger. Bij ieder wiel zit één zo’n luchtbalg. Als er eentje knapt, blijft hij lucht naar die plek toe pompen. Je hebt dan geen lucht meer om te remmen. Je kan de toevoerslang van de balg die stuk is doorsnijden en afbinden met een tyrip zodat hij niet langer lucht verliest. Ook al heb je vijfentwintig ton lading in je oplegger zitten, de resterende vijf luchtbalgen tillen hem wel op! Zorg er uiteraard wel voor dat je wel contact opneemt met de werkplaats en zo snel mogelijk een garage opzoekt.
“Zorg er dus voor dat je een aantal tyraps en een mes in je auto hebt liggen. Ga naar de Action en haal voor nog geen twintig euro een setje gereedschap. Dan heb je altijd wat bij je”
Kijk, hier hebben de lezers wat aan!
Afsluitend ben ik benieuwd naar wat jij leuk vindt om te doen in je vrije tijd?
Als ik thuis ben geniet ik volop van mijn tijd met mijn meiden, lekker samen chillen in onze mooie tuin. Mijn vrouw en ik doen dan ook altijd even samen de klusjes thuis. Ik geniet van sociale dingen, uitgaan met vrienden, feestje hier, feestje daar. Ik mag trouwens ook graag barbecueën, écht barbecueën waarbij je het vlees zo’n vier á vijf uur op de barbecue laat garen.
Ik zou nog heel graag ruimte willen hebben voor een schuurtje. Daarin zou ik een mooie trekker zetten om aan te sleutelen. Nu heb ik er de tijd en ruimte niet voor, wellicht tijdens mijn pensioen? Ik heb voor dit plan de trekker op het oog waar ik vroeger voor het eerst op reed: de John Deere 1120.
Dat is een mooie toekomstdroom René! Bedankt voor jouw enthousiasme en je adviezen.