Azret, jouw naam klinkt niet helemaal Nederlands. Mag ik vragen wat jouw afkomst is?
Ik ben geboren en opgegroeid in Srebrenica, een stad in Joegoslavië (vandaag de dag: Bosnië).
Heb je daar lang gewoond of ben je al op jonge leeftijd naar Nederland gekomen?
Ja ik ben er opgegroeid en in dezelfde stad heb ik ook een opleiding gevolgd tot Elektro Technicus. Toen ik negentien was zat ik in het vierde jaar van deze studie en toen brak de oorlog uit (ik heb de studie nog wel afgerond). Dat was in 1992. Ik heb die oorlog volledig meegemaakt, hij duurde in totaal zo’n drie jaar. In juli 1995 is Srebrenica ingenomen en moesten wij vluchten.

Wat waren jouw toekomstdromen toen je nog een jonge jongen was en de oorlog nog niet “bestond”?
Ik wilde Elektro Engineer worden. Daarom volgde ik de opleiding tot Elektro Technicus. Ik wilde erna naar de universiteit gaan om een studie tot Engineer te volgen. Door de oorlog viel die droom in duigen. Toen onze stad werd overgenomen moest ik vluchten. Ik liep zo’n beetje tien dagen door de bossen en kwam samen met een aantal andere jongens uit bij het eerste vrije gebied: Tuzla. Ik heb me toentertijd nog wel ingeschreven voor de studie tot Elektro Engineer. Ik slaagde voor de aannametoets, had een studentenkamer geregeld et cetera. Voordat de vrede werd getekend vroeg mijn oom mij om naar Nederland te komen. Ik heb toen besloten dit aanbod aan te nemen en ben naar Nederland gesmokkeld in een vrachtwagen. Dit was trouwens niet mijn eerste ervaring met een vrachtwagen. Mijn vader werkte ook als vrachtwagenchauffeur.
Op latere leeftijd werkte hij op kantoor. Hoe werd jij in Nederland verwelkomd?
Ik kwam in december 1995 in Nederland aan. Nadat ik een week bij mijn oom had doorgebracht meldde ik mij aan bij de vreemdelingendienst. Ik werd bij het AZC in Haarlem geplaatst, waar ik drie maanden verbleef tot ik mijn verblijfsvergunning kreeg. Deze kreeg ik vrij vlot, omdat de regering goed op de hoogte was van de gebeurtenissen in Srebrenica. Met mijn vergunning werd ik geplaatst in Geeuwenbrug, vlakbij Assen. Daar moest ik wachten op een woning. Ik hoefde niet lang te wachten. Toen ik aangaf dat ik eerst bij mijn oom wilde gaan wonen keurden ze dit goed. Ik trok in bij mijn oom in Coevorden (Drenthe), volgde een inburgeringscursus en haalde de verplichte taaltoetsen. Daarna ben ik meteen begonnen met werken.
Had je het gevoel dat je de taal in de praktijk het snelst onder de knie zou krijgen?
Ja dat ook. Ik heb er nu wel een beetje spijt van dat ik niet meteen de taal heb geleerd en een opleiding heb gevolgd. Ik moest wel beginnen met werken. Mijn moeder en broertje verbleven nog in Bosnië en hadden geen inkomen. Door een baan te vinden kon ik hen iedere maand een beetje steunen. Die baan vond ik al snel. Ik stond nog maar twee maanden ingeschreven voor een uitkering en kon daarna al meteen als schoonmaker aan de slag in Dalen bij Center Parcs (Huttenheugte). Ik maakte er ’s ochtends het zwembad schoon van 06.00 tot 10.00 en overdag maakte ik de bungalows schoon. Ik heb dat werk een jaartje of twee gedaan.
Top dat je al zo snel werk vond! Wat stond er na die twee jaar op jouw programma?
Na mijn werk in Dalen ben ik in Coevorden in een metaalfabriek gaan werken. Metaal slijpen met machines. Toen ik daar werkte heb ik besloten om voor mijn vrachtwagenrijbewijs te gaan. Ik vond het niets om altijd binnen te moeten werken. Ik was in die periode ook nog vrijgezel en ik woonde inmiddels in mijn eigen flat in Coevorden (na een half jaar bij mijn oom gewoond te hebben).
Hoe verliep jouw traject tot vrachtwagenchauffeur?
Ik had begrepen dat ik mijn rijbewijs kon behalen via een arbeidsbureau, dit bleek niet zo te zijn. Ik had een inkomen en om die reden moest ik mijn rijbewijs zelf betalen. Ik ben gestart met rijlessen. Het hele traject heeft zo’n tweeëneenhalf jaar geduurd, denk ik. Ik kon niet meer betalen dan twee á drie lessen per maand. Ik had niet veel inkomen en wilde ook geld blijven sturen naar mijn moeder en broertje. Tijdens het lessen ben ik blijven werken bij de metaalfabriek. Op mijn 26e behaalde ik mijn groot rijbewijs en mijn chauffeursdiploma. Eind 1999 nam ik ontslag bij de fabriek en ben ik gestart met werken als vrachtwagenchauffeur.
Dit getuigt van ontzettend veel kracht en doorzettingsvermogen. Waar ben je vervolgens gaan werken?
Ik ben eerst gaan werken bij een transportbedrijf in Oldezaal (Twente). Daar reed ik meerdaagse ritten, voornamelijk door Duitsland, de Benelux en af en toe door Noord-Frankrijk. Het bedrijf viel me tegen. Het werd niet goed betaald, er werden veel uren afgeschreven en er was gewoon veel gedoe.
Dat klinkt vervelend.
Klopt. Ik heb in deze periode wel mijn vrouw leren kennen. Zij komt oorspronkelijk ook uit Bosnië. Toen ik haar ontmoette woonde ze in Tilburg. Nadat wij twee jaar verkering hadden, hebben wij besloten te gaan trouwen en samen te wonen. Mijn vrouw had destijds haar opleiding nog niet afgerond. Ze volgde de Pabo in Tilburg. Het laatste jaar van haar studie heeft mijn vrouw afgerond in Emmen. In 2001 heeft mijn vrouw haar diploma gehaald. Ze werkt al sinds haar afstuderen in de kinderopvang met baby’s. Dat vindt ze harstikke leuk!
Wat mooi om te horen dat jij de liefde hebt gevonden. Jouw werk in Oldezaal beviel helaas wat minder. Welke stappen heb je ondernomen?
Ik ben via een vriend in Coevorden aan werk gekomen. Daar zit een mooi bedrijf: Penske. Dat is een groot Amerikaans transportbedrijf. Toen Penske zich uit wilde breiden in Europa hebben ze Van de Graaf Coevorden overgenomen. Voor Penske vervoerde ik gewoon pallets, bijvoorbeeld met diervoeding/vrachtwagenonderdelen et cetera. Ik heb er ongeveer drie jaar mogen werken en kreeg meteen een vaste baan. Dat was mooi! Alles was er goed geregeld en het was bovendien vlak bij mijn huis.
Waarom ging je er weg?
Rond 2003 brak de crisis uit. Door de crisis moesten sommige mensen het bedrijf verlaten. Ik was de jongste werknemer en kreeg daarom mijn ontslag (op een hele nette manier, ze hebben het goed afgehandeld). Twee maanden nadat ik mijn ontslag kreeg werd onze eerste zoon geboren. Het was schrikken maar ik had geluk. Nog voordat mijn ontslagtermijn erop zat had ik al een andere baan gevonden bij een bedrijf in Hardenberg. Dat was bij Brink & Zn (Nu Brink XL). Zij doen precies hetzelfde werk als Van der Werff Logistics. Daar heb ik tot vorig jaar juli gewerkt. Zo’n achttien en een half jaar dus! Ondertussen was in 2005 ook onze tweede zoon geboren. Met zijn vieren woonden wij tot vorig jaar juli in Coevorden.
Nu werk je vanuit vestiging Waalwijk. Dat is nogal wat anders dan Drenthe! Vertel?
Ja, nu komt het leukste. Toen ik trouwde met mijn vrouw heb ik haar beloofd dat we ooit in Tilburg zouden gaan wonen. Daar heeft zij haar familie wonen. Haar moeder en vader zijn trouwens ondertussen wel teruggegaan naar Bosnië. Mijn vrouw haar broer woont nog altijd in Tilburg. Nu, eenentwintig jaar nadat ik die belofte maakte, wonen we eindelijk in het Zuiden. Deze beslissing hebben we ook deels gemaakt omdat onze zoons wilden gaan studeren. Vanuit Coevorden is alles niet even goed bereikbaar. Mijn vrouw en ik zeiden toen tegen elkaar: “Zullen we doen wat we hebben afgesproken twintig jaar geleden?”
Onze nieuwbouwwoning in Coevorden konden wij goed verkopen. De verkoop vond vlak voor de coronatijd plaats. Dat zorgde voor een spannende, onzekere periode. Dat klinkt inderdaad als een spannende tijd.
Hoe zijn jullie de tijd doorgekomen?
Ik ben eerst bij Brink XL blijven werken. Zij waren inmiddels verhuist van Hardenberg naar Enter. Bij dit bedrijf waren we erg close. Ik kende al mijn collega’s, hun partners en kinderen. De baas wilde me graag houden en we spraken af dat ik altijd ritten naar Zuid zou krijgen. Hij wilde zelfs een vaste parkeerplaats voor mij regelen. Deze regeling bleek toch lastig te zijn voor de planning van het bedrijf. De vrijdagen vielen me ook erg zwaar, wanneer ik na mijn dienst nog vanuit Enter naar Tilburg moest reizen. Ik heb toen besloten ander werk te zoeken.
Hoe kwam jij bij Van der Werff uit?
Ik kwam toevallig een medewerker tegen van Van der Werff bij een klant. We moesten samen lossen. Tijdens het werk heb ik hem gevraagd hoe het is om bij Van der Werff te rijden. Ik wist toen al dat Van der Werff hetzelfde werk doet als wat Brink XL. Ik hoefde dus niet alles opnieuw te leren en kon zo beginnen met werken. Dit type werk past goed bij mij, je komt overal en het is nooit een dag saai. Na dat gesprek heb ik mijn kans gepakt en heb ik Van der Werff gebeld. Het voelde gelijk goed. Bonne (Capaciteitsmanager Waalwijk) is heel spontaan en vriendelijk en zij gaf mij meteen een goed gevoel. Bij Van der Werff viel het me meteen op dat iedereen aardig en vriendelijk is. Ik heb niets te klagen over de mensen. Alles is goed geregeld en de betalingen zijn altijd volledig en netjes op tijd.
Uit nieuwsgierigheid: Heb jij vanwege je naam problemen ondervonden bij het solliciteren?
Nee, helemaal niet. Bij jullie bedrijf kreeg ik eerst Mirjam (Hoofd P&O) aan de telefoon. Het enige wat zij tegen mij zei is dat Van der Werff het belangrijk vindt dat medewerkers goed Nederlands spreken in verband met de werkzaamheden. Ze zei: “Ik hoor dat jij Nederlands spreekt, dus dat zit goed.” Zij vroeg me tijdens het telefoongesprek ook waar ik voorheen had gewerkt. Toen ik aangaf dat ik bij Brink XL had gewerkt wist ze meteen dat ik hetzelfde werk al eerder had gedaan. Dat zat goed. Het gesprek met Mirjam was op vrijdag en op maandag belde Bonne mij al met de boodschap dat ik welkom was.
Mooie snelle actie! Wat vind jij zo leuk aan het chauffeursvak?
De vrijheid en het feit dat je overal komt. Dat vind ik leuk! Je ziet allerlei landen en dorpen. Het particuliere werk vind ik ook leuk, bij de mensen thuiskomen en bijvoorbeeld een tuinhuisje leveren.
Je hebt sinds kort een nieuwe vaste wagen gekregen. Kun je daar wat meer over vertellen?
Daar zit een mooi verhaal achter. Vroeger reed ik altijd in hogere auto’s met heel veel ruimte erin. Bij Van der Werff kreeg ik in het begin lichte twijfel of ik er wilde blijven werken. Ze rijden er namelijk in wat lagere wagens en ik was anders gewend. Ik heb dat één keer met mijn zoon besproken, hij zei: “Papa, die kleine auto’s worden misschien ooit grote. Bij Brink begon je ook met een kleinere wagen.” Ik heb mijn wensen bij Bonne aangekaart. Ze zei dat de wachtlijst erg groot was. Net voor de bouwvak in juli dit jaar verraste Bonne me. Ze zei: “Nog deze zomer krijg jij een gloednieuwe auto.” Mijn zoon heeft dus zijn gelijk gekregen en daar ben ik blij mee!
Je hebt nogal een levensverhaal. Wat zeg je als ik je vraag waar je het meest trots op bent?
Ik ben trots op mijn gezin! Ik ben niet altijd thuis, mijn vrouw regelt heel veel qua opvoeding. Ik ben erg trots op de manier waarop zij onze zoons heeft opgevoed. Zij zijn nu achttien en zestien. Onze jongste zoon zit in het laatste jaar van de Havo en onze oudste zoon studeert inmiddels HBO Integrale Veiligheid.
Het is fijn om zo’n sterke vrouw aan je zij te hebben! Al helemaal als je meerdaagse ritten rijdt en dus veel op pad bent. Wat vind jij eigenlijk leuk om te doen wanneer je wel eens een dagje/nachtje thuis bent?
Hobby’s heb ik eigenlijk niet, dat is wel jammer. Ik wil het liefst de weekenden thuis doorbrengen met mijn gezin. We gaan afronden. De laatste vraag: Ben je van plan om vrachtwagenchauffeur te blijven? Ja, ik ben van plan om dit werk te doen tot mijn pensioen.
Dat is een goed teken. Bedankt voor jouw indrukwekkende en inspirerende verhaal Azret!